Hier zijn zeven tips om gesso goed aan te brengen:
- Voorbereiding van het oppervlak: Zorg ervoor dat het oppervlak schoon, droog en vrij is van stof en vuil voordat je begint met het aanbrengen van gesso. Als het oppervlak erg glad is, kun je het licht opschuren om de hechting van de gesso te verbeteren.
- Roer de gesso goed door: Voordat je begint met het aanbrengen van de gesso, roer je het mengsel goed door met een roerstokje of een verfkwast. Dit zorgt ervoor dat eventuele pigmenten of bindmiddelen die naar de bodem zijn gezakt, gelijkmatig worden verdeeld.
- Gebruik lange, gelijkmatige streken: Breng de gesso aan met lange, gelijkmatige streken met behulp van een brede kwast of een verfroller. Zorg ervoor dat je de gesso gelijkmatig verdeelt over het oppervlak om een gladde basis te creëren.
- Dunne lagen: Breng de gesso aan in dunne lagen in plaats van één dikke laag. Dit helpt om een gelijkmatige dekking te krijgen en voorkomt dat de gesso te snel droogt en barst.
- Laat elke laag drogen: Laat elke laag gesso volledig drogen voordat je een nieuwe laag aanbrengt. Dit kan enkele uren tot een dag duren, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en de dikte van de gesso.
- Schuur tussen de lagen: Schuur het oppervlak lichtjes tussen elke laag gesso door met fijn schuurpapier of een schuursponsje. Dit helpt om eventuele onvolkomenheden te verwijderen en zorgt voor een gladdere afwerking.
- Experimenteer met verschillende technieken: Probeer verschillende technieken uit bij het aanbrengen van gesso, zoals het gebruik van verschillende soorten kwasten, rollers of zelfs het spuiten van de gesso. Experimenteer ook met het verdunnen van de gesso met water om verschillende effecten te bereiken.
Door deze tips te volgen en te experimenteren met verschillende technieken, kun je gesso succesvol en effectief aanbrengen om een gladde en duurzame basis te creëren voor je schilderijen.